Wat iedereen wil weten over vertrouwen en verraad
In een relatie wil je elkaar kunnen vertrouwen. Om vertrouwen op te bouwen is het belangrijk om je kwetsbaar op te durven stellen en jezelf te laten zien.
Maar als je dus vertrouwen opbouwt door iets in openheid te delen en je pas in openheid deelt als er voldoende vertrouwen is… Waar begin je dan!?
Hoe weet je of het veilig genoeg is om je (opnieuw) kwetsbaar op te kunnen stellen bij een ander? Antwoord: dat weet je niet! Er bestaat geen vertrouwenstest; geen groen licht dat je verzekert dat het veilig is om jezelf te laten zien.
Het ontstaan of het herstel van een relatie vraagt al voor het begin van het opbouwen een investering en een sprong in het diepe. Je besluit een eerste stap te zetten omdat je in de ander gelooft en je best wilt doen. Vervolgens bouw je het over en weer en stap voor stap op.
Als je vertrouwen hebt, hoef je niet de gehele trap te zien om de eerste stap te zetten Martin Luther King, Jr.
In een liefdesrelatie zijn er steeds heel kleine momenten waarop je kunt kiezen om verbinding te maken of je van elkaar af te keren. John Gottman noemt dat naar de film Sliding Doors “schuifdeur momenten” [John Gottman on trust and betrayal, www.greatergood.berkeley.edu. 28 oktober 2011]
Het saldo van die momenten bepaalt uiteindelijk het vertrouwen dat je al dan niet in elkaar stelt.
Een structureel gebrek aan betrokkenheid is daarom de meest venijnige vorm van verraad binnen een relatie. Gebrek aan aandacht, de verbinding loslaten, niet bereid zijn om tijd en aandacht aan de relatie te besteden.
Dat raakt aan een diepe angst om verlaten te worden en de aandacht en liefde van de ander niet waard te zijn. Tegelijk is de oorzaak van de pijn die je daarvan hebt moeilijk aan te wijzen en gemakkelijk te ontkennen. Dat is om gek van te worden.
‘Houd je nog wel van mij?’ ‘Schat, ik doe de was; zorg voor geld in de la; breng de kinderen naar bed. Wat wil je nou nog meer?’
Drie simpele (niet persé gemakkelijke) stappen naar vertrouwen in je relatie:
- Zet je trots opzij en parkeer zo nodig je eigen belang. Je hebt elkaar nodig.
- Wees eerlijk en maak van je hart geen moordkuil. Wees niet bang en denk niet dat de ander “het toch wel weet”. Vind je het moeilijk? Heb je pijn? Zeg het! Maak je je zorgen? Heb je op te biechten of iets nodig? Vertel het! Waardeer je wie de ander is of zijn of haar acties? Zeg het! Steeds opnieuw.
- Toon jezelf betrokken. Wat gaat er toch in die ander om?! Hoe je kan helpen? Vraag het! Kun je iets betekenen? Doe het! Steek je hand uit, kijk elkaar aan, pak elkaar even vast.
Eén moment waarop je je niet bijster betrokken toont is niet zo belangrijk. Maar als je er bewust of onbewust steeds voor kiest om je af te keren, dan brokkelt het vertrouwen in je relatie heel geleidelijk af.
Het gaat om veel kleine momenten en daardoor vraagt het opbouwen van vertrouwen tijd en aandacht. Dat geldt vooral ook voor het herstel van vertrouwen als er iets is gebeurd dat dat vertrouwen heeft beschaamd. Waarover een volgende keer meer.
Teveel openheid is trouwens ook weer niet goed. Vertrouwen bouw je op door je open en kwetsbaar op te durven stellen, maar kwetsbaarheid zonder inachtneming van grenzen leidt juist tot minder verbondenheid, vertrouwen en betrokkenheid.
Ik heb op momenten dat ik in paniek was en op zoek naar geruststelling, wel eens teveel gedeeld. De situatie en de band die je met je gesprekspartner hebt moeten het gewicht van wat je deelt wel kunnen dragen.
Dus de start of het herstel van een relatie vraagt dat je in elkaar gelooft en allebei zonder garanties een moedige (nieuwe) eerste stap wilt zetten.
En wat komt er nu dan eerst: vertrouwen of openheid? Wat mij betreft is het startpunt: vertrouwen in jezelf en het goede in het algemeen; gevolgd door: openheid met in achtneming van grenzen; met als resultaat: groeiend vertrouwen in jezelf, elkaar en je relatie.
Geen ‘kippen en geen eieren’ meer. Vooruit met open vizier. Ik wens je heel veel moed en liefde.